LDAP Server instellen
Stel uw Synology NAS in als een LDAP-server voor accountverificatie.
De Provider-Consumer-architectuur is een ideale oplossing voor meerdere clients in verschillende fysieke gebieden. LDAP Server wordt geleverd met twee soorten servers:
- De provider-server: Uw Synology NAS fungeert als de hoofdserver.
- De consumer-server:
- Uw Synology NAS repliceert periodiek gegevens van de provider-server en fungeert als de belangrijkste LDAP-server voor lokale clients.
- Neem contact op met de beheerder van de provider-server als u de instellingen van de consumer-server wilt wijzigen.
- Zolang de consumer-server functioneel is, worden lokale clients niet beïnvloed, zelfs als de provider-server niet beschikbaar is of als de verbinding tussen de provider/consumer-servers wordt verbroken.
Synology NAS inschakelen als de provider-server
- Ga naar het gedeelte Server en schakel het selectievakje LDAP Server inschakelen in.
- Selecteer Als provider-server.
- In het veld FQDN (Fully Qualified Domain Name) voert u de domeinnaam van de LDAP-database in.
- Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord van Bind DN in.
- Bevestig het wachtwoord.
- Klik op Toepassen.
Synology NAS inschakelen als de consumer-server
- Ga naar het gedeelte Server en schakel het selectievakje LDAP Server inschakelen in.
- Selecteer Als consumer-server of Synology LDAP Server.
- Voer in het veld Provider-adres de domeinnaam of het IP-adres in van de provider-server in.
- In het veld Versleuteling specificeer de verbindingsversleuteling. SSL/TLS is standaard geselecteerd.
- Voer in het veld Base DN de Base DN in van de provider-server.
- Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord van Bind DN in.
- De Verbindingsstatus tussen de consumer-server en de provider-server wordt weergegeven nadat stap 8 is voltooid.
- Klik op Toepassen.
Verbindingsinstellingen configureren
Als uw Synology NAS fungeert als de provider-server, kunt u naar het gedeelte Server gaan en op de knop Verbindingsinstellingen klikken en de volgende instellingen beheren.
- Anonieme verbindingen niet toestaan: Voorkom dat anonieme gebruikers verbinding maken met uw LDAP-server. Accounts en wachtwoorden zijn vereist voor alle verbindingen. Sommige LDAP-clients (bijv. Mac-computers) kunnen niet worden gebonden aan de LDAP-directory als deze optie is geselecteerd.
- Dwing clients om gecodeerde verbindingen te gebruiken: Clients moeten gecodeerde verbindingen gebruiken om verbinding te maken met uw LDAP-server.
- Inactieve verbindingen verbreken (minuten): Ontkoppel clients die na een bepaalde tijd inactief zijn.
Verificatie-informatie bekijken
Wanneer de installatie is voltooid, kunt u de informatie over Base DN en Bind-DN vinden in het gedeelte Verificatie-informatie.
- Base DN: De basis unieke naam van de LDAP. Deze naam wordt gegenereerd op basis van de aangegeven FQDN. Bijvoorbeeld, als de FQDN "ldap.synology.com," is, wordt de Base DN "dc=ldap,dc=synology,dc=com".
- Bind DN: De unieke naam van de gebruiker van LDAP. Bijvoorbeeld, als de Base DN van de LDAP-database "dc=ldap,dc=synology,dc=com," is, wordt de root Bind DN "uid=root,cn=users,dc=ldap,dc=synology,dc=com".
Opmerking:
- Base DN moet aan de clientapparaten worden verstrekt om de apparaten in staat te stellen zich aan de LDAP-directory te binden. Bij Configuratiescherm > Domein/LDAP > Domein/LDAP moeten de clientapparaten de Base DN specificeren en vervolgens de Bind DN van het beheerdersaccount van de LDAP voor verificatie. Raadpleeg dit artikel voor gedetailleerde instructies.
- Als u de regels voor poort doorsturen of firewall voor uw Synology NAS hebt ingesteld, zorg dan dat poorten 389 (voor LDAP-verbindingen) en 636 (voor LDAP SSL-verbindingen) correct geconfigureerd zijn onder Configuratiescherm > Externe toegang > Routerconfiguratie of Configuratiescherm > Beveiliging > Firewall.