Back-uptaken

Met Hyper Backup kunt u gegevensback-uptaken maken/beheren/bewaken, en back-upgegevens exporteren naar externe opslagapparaten.

Een gegevensback-uptaak maken

  1. Klik op + in de linkerbovenhoek en selecteer Gegevensback-uptaak om de back-upwizard te starten.
  2. Selecteer het gewenste type back-updoel.
  3. Stel het gewenste type back-uptaak in:
    • Selecteer Back-uptaak maken om een nieuwe taak te maken.
    • Selecteer Opnieuw koppelen met een bestaande taak om bestaande back-upgegevens op een doel te gebruiken. Met opnieuw koppelen kunt u rechtstreeks de back-upgegevens van een andere taak gebruiken.
  4. Volg de wizardinstructies om de instellingen te voltooien.

Opmerking:

  • een back-upopslagplaats kan uitsluitend met een back-uptaak worden gekoppeld. Wordt de originele back-uptaak onderbroken, dan wordt de onvoltooide back-upversie na herkoppeling genegeerd.
  • De naam van de back-updoelmap voor herkoppeling mag niet gewijzigd worden, anders zal het herkoppelingsproces mislukken.
  • Een back-upclient kan taken slechts één voor één uitvoeren. Zijn er meerdere taken voor gelijktijdige uitvoering gepland, dan worden de taken in de wachtrij gezet en op volgorde uitgevoerd.
  • Een back-uptaak kan tegelijkertijd back-up en versie niet verwijderen.
  • Back-upgegevens worden op het doel in het back-upformaat (.hbk) van Synology opgeslagen en kunnen uitsluitend met Hyper Backup, Hyper Backup Explorer of Hyper Backup Vault worden gelezen.

Back-upgegevens exporteren

Bij het back-uppen van grote hoeveelheden gegevens naar een openbare cloud raden we aan om de initiële versie naar een extern opslagapparaat (bijv. USB-schijf) te exporteren en het apparaat aan de cloudserviceprovider te leveren. Daar kan het apparaat worden aangesloten en gegevens rechtstreeks naar de cloud uploaden. Op deze wijze kunt u aanzienlijk de duur van de eerste back-up inkorten.

  1. Klik op + in de linkerbovenhoek en selecteer Externe Synology NAS of de gewenste cloudserviceprovider.
  2. Selecteer Exporteren naar een lokale gedeelde mpa (inclusief een extern opslagapparaat) en voltooi de instellingen.
  3. Lever het externe opslagapparaat aan het externe Synology NAS of de cloudserviceprovider. Importeer de geëxporteerde gegevens van het externe opslagapparaat.
  4. Ga na bevestiging terug naar Hyper Backup en klik op Nu opnieuw koppelen.
  5. Volg de wizardinstructies vom uw Synology NAS te koppelen aan de opslagplaats.

Back-uptaken beheren

selecteer na het maken van de back-uptaak een gewenste back-uptaak in het linkerpaneel en klik op de onderstaande knoppen om de desbetreffende acties uit te voeren:

  • Nu back-uppen: onmiddellijk gegevens van de geselecteerde taak back-uppen.
  • Back-upverkenner (het vergrootglaspictogram): alle beschikbare back-upversies bekijken en bestanden kopiëren/terugzetten/downloaden.
  • Back-upstatistieken (het staafgrafiekpictogram): bewaak gegevenswijzigingen in bron- en doelback-upbestanden van elke back-upversie en stel waarschuwingsmeldingen van abnormale gegevenswijzigingen in.
  • Versielijst: Bekijk Gemaakt op, Voltooid op en status van alle back-upversies, verwijder specifieke back-upversies, controleer de informatie van de back-upversie of vergrendel specifieke versies voor geforceerde reservering (die niet worden verwijderd door versierotatie).
  • Bewerken: back-upbron, doel, schema en andere instellingen wijzigen.
  • Verwijderen: back-uptaak verwijderen.
  • Back-upintegriteit controleren: voer een integriteitscontrole op back-upgegevens uit om te weten of de gerelateerde back-uptaak kan worden voortgezet en back-upgegevens met succes worden hersteld.
  • Annuleren: de huidige back-uptaak stoppen.
  • Onderbreken: de huidige back-uptaak onderbreken.

Opmerking:

  • het rechtstreeks wijzigen of verwijderen van bestanden op het back-updoel zal de opgeslagen back-upgegevens beschadigen en vreemd gedrag veroorzaken.
  • Als er tijdens de integriteitscontrole een fout wordt gedetecteerd, dan krijgt de back-uptaak de status Alleen herstellen. De gegevens in deze taak worden niet meer geback-upt en bestaande back-upversies kunnen niet worden verwijderd.

Back-upstatistieken controleren

u kunt wijzigingen in volumegebruik en in de hoeveelheid gegevens van elke back-uptaak controleren met behulp van aangepaste waarschuwingsdrempelwaarden. Bij eventuele afwijkingen ontvangt u onmiddellijk waarschuwingsmeldingen.

  1. Selecteer een gewenste taak in het linkerpaneel.
  2. Klik op Back-upstatistieken (het staafgrafiekpictogram) voor meer informatie over desbetreffende back-upversies:
    • Doelgebruik: Bewaak het volumegebruik, de gegevenstoename op het doel en pas gerelateerde waarschuwingsdrempelwaarden aan.
    • Bronschijfgebruik: bewaak gegevenswijzigingen in brongrootte.
    • Bronmonitor: bewaak wijzigingen van het aantal bestanden op de bron en pas gerelateerde waarschuwingsdrempelwaarden voor toevoeging/wijziging/verwijdering van bestanden aan.
  3. Selecteer Maand of Jaar in de rechterbovenhoek om het tijdsbereik van de lijngrafiek te wijzigen.
  4. Klik op Toepassen om de aangepaste waarschuwingsdrempelwaarden aan te passen.

Opmerking:

  • om back-upstatistieken uit te voeren moet u controleren of Hyper Backup en Hyper Backup Vault (op het doel) naar de laatste versies zijn bijgewerkt.
  • Ga naar Configuratiescherm > Melding > Geavanceerd en selecteer minstens één medium (bv. e-mail) om waarschuwingsmeldingen over abnormale back-upwijzigingen te ontvangen.
  • De waarschuwingsdrempelwaarden in Bronmonitor werken alleen als de back-uptaak meer dan één back-upversie heeft gegenereerd.

Een onderbroken back-uptaak beheren

nadat u handmatig een back-uptaak onderbreekt, zal Hyper Backup de back-up van de gegevens van deze taak stoppen en kunnen eerder gemaakte back-upversies niet worden verwijderd. Onderbreekt u een back-uptaak tijdens het maken van een back-upversie, dan krijgt deze versie de status onvoltooid.

Klik op de onderstaande knoppen om een onderbroken back-uptaak te beheren:

  • Hervatten: een onderbroken back-uptaak hervatten.
  • Negeren: een onderbroken back-uptaak negeren.

Opmerking:

  • eerder opgeslagen gegevens worden niet opnieuw geback-upt wanneer u onderbroken back-uptaak hervat.
  • Wijzigt u de back-upbron alvorens de taak te hervatten, dan zijn de wijzigingen alleen van toepassing voor nieuwe back-upversies, niet voor de onderbroken back-uptaak. Maak een back-up van een nieuwe versie om de gegevensintegriteit te garanderen.
  • Nadat u handmatig een geplande back-uptaak hebt onderbroken, wordt het schema uitgeschakeld en geen back-upversies meer gemaakt. Wordt een geplande back-uptaak onderbroken door niet-menselijke factoren, zoals netwerkonderbrekingen of stroomuitval, dan zal Hyper Backup bij hernieuwde verbinding de back-up van de taak hervatten naargelang het schema voor onderbroken back-upversies en een extra versie maken.
  • De in Back-upstatistieken weergegeven brongrootte wordt berekend op het moment dat de back-upversie wordt gemaakt. Wordt een back-upversie onderbroken en later hervat, dan wordt de brongrootte berekend op basis van de gegevens die bij hervatting van de taak worden geback-upt. Eerdere geback-upte gegevens van deze onderbroken taak worden niet meegerekend. Wordt de back-upbron gewijzigd alvorens de taak te hervatten, dan is de weergegeven brongrootte niet de huidige grootte van het totaal van geback-upte gegevens.
  • Wordt de bron van een back-uptaak in een Btrfs-bestandssysteem opgeslagen, dan wordt de door de taak gemaakt snapshot niet bewaard nadat de taak wordt onderbroken. Een nieuwe snapshot wordt gebruikt wanneer de taak wordt hervat.
Een gegevensback-uptaak maken
Back-upgegevens exporteren
Back-uptaken beheren
Back-upstatistieken controleren
Een onderbroken back-uptaak beheren