Vereisten en beperkingen

Dit gedeelte beschrijft de voorbereidende vereisten en beperkingen zodat u snel vertrouwd bent met Virtual Machine Manager en helpt u met de configuratie van uw Synology NAS om een cluster te kunnen maken.

Host

Een host is een Synology NAS die computer- of/en opslagbronnen beschikbaar stelt in een cluster. U kunt in Virtual Machine Manager maximaal 7 hosts in een cluster hebben.

Virtuele machine

In Virtual Machine Manager kunt u meerdere virtuele machines maken. Een virtuele machine kan op één host draaien en u wordt gevraagd om een host te kiezen zodra u de virtuele machine voor het eerst start. Het besturingssysteem, ook bekend als gast-OS, kan uit de systeemimages worden geselecteerd en wordt automatisch geïnstalleerd. U kunt computerbronnen van een virtuele machine migreren van de ene host naar de andere. Livemigratie is het verplaatsingsproces van een werkende virtuele machine tussen hosts zonder onderbreking van beschikbaarheid en de verbinding.

Opmerking:

  • we raden het gebruik van UPS-apparaten aan om de systeem- en gegevensconsistentie van virtuele machines te garanderen.

Hoge beschikbaarheid

U kunt de functie hoge beschikbaarheid op een virtuele machine inschakelen wanneer de cluster minstens drie hosts heeft. Om hoge beschikbaarheid in te schakelen, moet u een host als actieve server en een andere host als passieve server selecteren. Bij een storing van de actieve server en correct werkende passieve server zal het systeem automatisch een overschakeling uitvoeren zonder dat daarbij de beschikbaarheid en verbinding van de virtuele machine wordt onderbroken. Is de actieve server niet meer toegankelijk of gaat de virtuele machine onverwachts offline, dan zal het systeem een failover uitvoeren.

Cluster

Een cluster in Virtual Machine Manager bevat de volgende bronnen:

  • Computerbronnen: de CPU en het geheugen van uw Synology NAS worden toegewezen voor gebruik door de virtuele machines op de host. Het geheugen wordt gereserveerd door de host.
  • Opslagbronnen: het op de Synology NAS gemaakte volume wordt gebruikt voor de opslag van virtuele schijven en gegevens van virtuele machines op de host. De opslag is thin provisioned.
  • Netwerkbronnen: de fysieke netwerkadapters op uw Synology NAS kunnen als uplinks voor virtuele switches worden gebruikt. De netwerkadapters op de virtuele machines kunt u verbinden met één of meer virtuele switches.

Pakketintegratie

  • Synology High Availability

    Virtual Machine Manager werkt met Synology High Availability voor betere beschikbaarheid. U moet echter eerst een SHA-cluster instellen alvorens Virtual Machine Manager te installeren en te gebruiken. Voor meer informatie zie Synology High Availability.

    Opmerking:

    • als u Link Aggregation wilt instellen, moet u Open vSwitch inschakelen en een nieuwe Koppeling maken alvorens een SHA-cluster te maken. Gebruik hiervoor Virtual Machine Manager omdat Koppelingen niet in een SHA-cluster kunnen worden toegevoegd of gemaakt.
    • Een nieuwe host kan niet worden toegevoegd aan de VMM-cluster nadat de SHA-cluster is gemaakt.
    • Virtual Machine Manager reserveert ten minste één CPU-thread voor de host in een SHA-cluster. Raadpleeg dit artikel voor gedetailleerde stappen om meer CPU-threads te reserveren.
  • Active Backup for Business

    Virtual Machine Manager werkt met Active Backup for Business en fungeert als tijdelijke noodherstelsite voor virtuele machines. Denk eraan dat er enkele beperkingen zijn voor de onmiddellijk herstelde virtuele machines:

    • De volgende acties worden niet ondersteund:
      • Klonen
      • Migratie
      • Snapshots
      • Uitvoeren van een remote host
      • Toevoegen van extra lege schijven
    • De functie hoge beschikbaarheid wordt niet ondersteund.
    • U kunt geen beschermingsplannen voor virtuele machines maken.
Host
Virtuele machine
Hoge beschikbaarheid
Cluster
Pakketintegratie