Virtuele machine
Bij Virtual Machine Manager > Virtuele machine kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
- Virtuele machines op hosts maken om virtuele machines en andere OS uit te voeren
- Uw virtuele machines inschakelen, uitschakelen, verplaatsen of klonen
- CPU-gebruik, geheugengebruik, opslag en netwerkbronnen van elke virtuele machine bewaken
- Hoge beschikbaarheid voor uw virtuele machines inschakelen
Denk eraan dat de volgende functies niet worden ondersteund op Virtual DSM:
- RAID
- Hardwaregerelateerde instellingen zoals wifi, ventilator en voeding
- Link Aggregation van virtuele netwerkadapters
Een virtuele machine maken:
- klik op Maken om de wizard te openen.
- Selecteer het besturingssysteem voor de te maken virtuele machine.
- kies de opslagruimte waar u uw virtuele machine wilt opslaan.
Opmerking: De virtuele machine wordt uitgeschakeld wanneer er onvoldoende opslagruimte is. - Voer in het basisspecificatiepaneel de volgende informatie in:
- Naam: voer een naam in voor de virtuele machine.
- CPU(s): bepaal het aantal CPU-kernen.
- CPU-compatibiliteitsmodus inschakelen: U kunt ook de CPU-compatibiliteitsmodus inschakelen om livemigratie tussen twee hosts met verschillende CPU-modellen toe te staan.
- Hyper-V Enlightenments inschakelen: Dit kan de prestaties van uw Windows-virtuele machines verbeteren.
- Gereserveerde CPU-threads: U kunt CPU-threads voor virtuele machine reserveren die betere prestaties vereisen; deze gereserveerde CPU-threads kunnen niet door andere services of virtuele machines worden gebruikt.
- Prioriteit virtuele machine: U kunt het relatieve gewicht van virtuele machines aanpassen die fysieke CPU-threads delen om te bepalen welke virtuele machines meer bronnen krijgen in het geval van een CPU- of I/O-conflict.
- Geheugen: bepaal de geheugengrootte. De geheugengrootte die u hier instelt wordt gereserveerd wanneer u de virtuele machine inschakelt.
- Videokaart:
- cirrus: Cirrus Logic GD5446-videokaart. Alle Windows-versies vanaf Windows 95 herkennen en kunnen deze grafische kaart gebruiken.
- vga: standaard VGA-kaart met Bochs VBE-extensies. Alle Windows-versies vanaf Windows XP herkennen deze grafische kaart. Deze kaart ondersteunt een hogere resolutie.
- vmvga: vmvga is een meer geavanceerde virtuele videokaart dan vga.
- Beschrijving: een eenvoudige beschrijving van deze virtuele machine om gemakkelijk de virtuele machine te herkennen. De beschrijving kan maximaal 64 tekens bevatten.
- Voer de volgende informatie in om de opslag te configureren:
- DSM-image: kies de versie van de Virtual DSM-image. (De optie is alleen beschikbaar in Virtual DSM.)
- Virtuele schijf: bepaal de grootte en de interface van de virtuele schijven. U kunt maximaal acht virtuele schijven toevoegen.
- de virtuele schijfinterface ondersteunt VirtIO, SATA en IDE. VirtIO-interface levert betere prestaties; SATA en IDE-interface bieden betere compatibiliteit met de meeste besturingssystemen.
- Door de ruimte opeisen-functie in te schakelen, zal het systeem ook de schijfopdracht van ruimte opeisen inschakelen. Wanneer uw besturingssysteem van uw virtuele machine deze opdracht niet ondersteunt, zal de ruimte opeisen-functie niet werken.
- Netwerkkaartinstellingen configureren:
- Netwerk: Voor elke virtuele machine kunt u tot acht netwerkinterfaces configureren. Selecteer het model van de netwerkkaart en de virtuele switches waarmee deze netwerkinterfaces verbinden.
- ondersteunt VirtIO-, e1000- and rtl8139-netwerkkaartmodellen.
- tijdens het maken van de Virtual DSM kunt u de bijhorende netwerkinstellingen (IPv4 or IPv6) initialiseren.
- Na het initialiseren van de netwerkinstellingen van de Virtual DSM is het niet meer mogelijk om een IPv6-overdrachtsmechanisme (6in4, 6to4 of DHCPv6-PD) te kiezen
- u kunt ook SR-IOV inschakelen waardoor netwerkadapters worden ondersteund om netwerkprestaties te versnellen en minder CPU-bronnen te gebruiken. Om SR-IOV in te schakelen, moeten de host- en fysieke netwerkadapter SR-IOV ondersteunen.
- Wanneer SR-IOV ingeschakeld is, is het niet mogelijk om een netwerkkaartmodel te kiezen.
- Is SR-IOV ingeschakeld, dan wordt de livemigratie van virtuele machines tussen hosts niet ondersteund.
- Is SR-IOV ingeschakeld, dan kunnen de virtuele machine niet wordne onderbroken.
- Andere instellingen configureren:
- ISO-bestand voor opstarten: Selecteer een ISO-bestand in de image als uw opstartbestand.
- Extra ISO-bestanden: Selecteer ISO-bestanden die u aan de virtuele machine wilt toevoegen.
- bij het maken van een Windows virtuele machine wordt automatisch Guest Tool voor Virtual Machine Manager gedownload.
- ISO-bestanden worden niet ondersteund door Virtual DSM.
- VMM ondersteunt tot vier IDE-apparaten en het uitvoeren van ISO-bestanden vereist een IDE-controller. Wanneer er al meer dan twee IDE-schijven in de virtuele machine zitten, is het mogelijk dat de ISO-bestanden niet kunnen worden toegevoegd.
- Automatische start: selecteer of de virtuele machine automatisch moet worden gestart bij inschakeling van uw Synology NAS.
- is HA ingeschakeld, dan zal deze instelling ongeldig zijn.
- Firmware: Selecteer het aan de virtuele machine toe te wijzen firmwaretype.
- Toetsenbordindeling: selecteer de aan de virtuele machine toe te wijzen toetsenbordindeling.
- Virtuele USB-controller: selecteer de aan de virtuele machine toe te wijzen USB-controller.
- USB-apparaat: selecteer de USB-apparaten in de host van de virtuele machine.
- u kunt een USB-apparaat niet aan meerdere virtuele machines toewijzen.
- Een virtuele machine kan alleen het USB-apparaat gebruiken dat tot de uitvoerende host van de virtuele machine behoort.
- Bij sommige oudere besturingssystemen (Windows 7 bijvoorbeeld) vereist virtual USB 3.0 controller de installatie van het stuurprogramma nec-xhci en kunnen er bepaalde compatibiliteitsproblemen optreden.
- Gebruikt u de virtuele USB 2.0 controller, dan moet u een USB 3.0-apparaat in de USB 2.0-poort van Synology NAS aansluiten.
- Tijdens het uitvoeren van een livemigratie van een virtuele machine kunnen USB-apparaten worden ontkoppeld.
- Een USB-apparaat wordt ontkoppeld indien het niet op de host bestaat waarop de virtuele machine wordt uitgevoerd.
- Bevoegdheden aan gebruikers of groepen toevoegen: de geselecteerde gebruikers of groepen krijgen toestemming om de virtuele machine op Virtual Machine Manager te starten, uit te schakelen, uitschakelen te forceren, opnieuw te starten, te onderbreken en te verwijderen.
- lokale accounts moeten zich aanmelden bij de host om de virtuele machine te beheren. Domeingebruikers kunnen na aanmelding bij een willekeurige host de virtuele machine beheren.
- Samenvatting: bevestig de instellingen en schakel indien nodig het selectievakje Virtuele machine starten na het maken in. Klik op Toepassen om te voltooien.
CPU geavanceerde opties
QoS-instellingen
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
- tijdens het maken van een Virtual DSM en indien de image niet in de gespecificeerde opslaglocatie zit, wordt de image vanaf een andere locatie gedownload en op de huidige locatie opgeslagen.
Een virtuele machine importeren:
- Klik op Importeren in het vervolgkeuzemenu Maken.
- Kies een importmethode en een bron van de virtuele machine om te importeren:
- Importeren vanaf OVA-bestanden:
- Een bestand van de pc uploaden: Selecteer een OVA-bestand op uw computer.
- Selecteer een bestand van Synology NAS: Selecteer een OVA-bestand in de gedeelde map van uw Synology NAS.
- Importeren vanaf schijfimage: Selecteer een eerder geüploade schijfimage.
If your are importing ova, VMM will automatically fill the settings according to ova. -->
- Importeren vanaf OVA-bestanden:
- Volg de stappen bij "Een virtuele machine maken" om het proces te voltooien.
Opmerking:
- tijdens het importeren is het niet mogelijk om de grootte of de volgorde van schijven in ova of schijfimage te wijzigen.
- Bij het importeren van een OVA-bestand worden de instellingen automatisch van het bestand overgenomen.
- Tijdens het importeren van een virtuele schijf-image naar een virtuele machine en indien de image niet in de gespecificeerde opslaglocatie zit, wordt de image vanaf een andere locatie gedownload en op de huidige locatie opgeslagen.
Een virtuele machine bewerken:
- selecteer de gewenste virtuele machine.
- Klik op Bewerken om de hardwarespecificaties en bevoegdheden te wijzigen.
Opmerking:
- bij een draaiende virtuele machine is het niet mogelijk om de volgende taken uit te voeren:
- De CPU, geheugen en videokaartinstellingen wijzigen.
- Netwerkadapters toevoegen of verwijderen en het model van de virtuele machine wijzigen.
- De volgorde of de interface van virtuele schijven wijzigen.
- De virtuele USB controller wijzigen.
- Wanneer een virtuele machine actief is, kunt u alleen een virtuele VirtIO-schijf toevoegen.
- Klik op Bewerken en kies de locatie om een virtuele machine opnieuw op te starten, behalve Virtual DSM. We raden u aan om het opnieuw opstarten vanaf Schijf te selecteren voor het geval dat een virtuele machine onmiddellijk na installatie herhaaldelijk vanaf een cd-rom opnieuw wordt opgestart. Wordt een virtuele machine niet vanaf de geselecteerde optie opnieuw gestart, dan wordt automatisch vanaf de andere optie opnieuw opgestart.
- Het wijzigen van de opslaglocatie van een virtuele machine vereist een enorme hoeveelheid tijd om virtuele schijven te verplaatsen. U mag gedurende het proces niet de stroomvoorziening uitschakelen of handelingen op de virtuele machine uitvoeren.
Een virtuele machine verbinden:
- selecteer de gewenste virtuele machine.
- Klik op Verbinden.
- Virtual DSM: u wordt doorverwezen naar de aanmeldingspagina van de geselecteerde Virtual DSM.
- Overige: u wordt doorverwezen naar de web VNC-console van de geselecteerde virtuele machine.
Het stroomverbruik van virtuele machine regelen:
- Selecteer een virtuele machine.
- Klik op Stroom:
- Power on: Schakel de virtuele machine in. Bij het starten van een virtuele machine wordt u gevraagd om een host te selecteren waarop u de virtuele machine wilt uitvoeren. Elke host reserveert 1,5 GB geheugen of 10% van het systeemgeheugen, afhankelijk welke waarde groter is, en de rest van het geheugen wordt voor gebruikte virtuele machines gebruikt. Bij te weinig geheugen van de host kunt u geen virtuele machines op deze host uitvoeren
- Uitschakelen: de virtuele machine uitschakelen.
- Uitschakeling forceren: geforceerde uitschakeling van de virtuele machine. De voeding van de virtuele machine wordt onmiddellijk onderbroken en er kan gegevensverlies optreden.
- Opnieuw starten: de virtuele machine opnieuw opstarten.
- Onderbreken: onderbreekt de virtuele machine en bewaart deze op het volume van de host. Raadpleeg Cluster voor de instelling van de opslag voor onderbroken virtuele machines.
- Hervatten: hervat de status van de eerder onderbroken virtuele machine.
- Negeren: negeert de onderbroken status van de virtuele machine. De virtuele machine krijgt de status uitgeschakeld en er kan gegevensverlies optreden.
Opmerking:
- u wordt aangeraden om QEMU Guest Agent te installeren. Na de installatie worden de opdrachten Uitschakelen en Opnieuw opstarten naar het besturingssysteem gestuurd om er zeker van te zijn dat de opdrachten met succes worden uitgevoerd.
- Door de installatie van Synology Guest Tool op Windows worden ook QEMU Guest Agent en VirtIO-stuurprogramma's geïnstalleerd.
- De installatie van QEMU Guest Agent op Linux varieert naargelang de pakketversie. Zo kan bijvoorbeeld apt-get voor Ubuntu worden gebruikt en yum voor Fedora.
Andere acties op een virtuele machine uitvoeren:
- Selecteer een virtuele machine.
- Klik op Actie:
- Klonen: de virtuele machine klonen.
- Exporteren: de virtuele machine exporteren en opslaan in een gedeelde map. Klik op Modus om de exportmodus te selecteren waarmee u VMware-compatibele virtuele machine kunt exporteren. U kunt tijdens het exporteren op Annuleren klikken om de bewerking te stoppen.
- Migreren: de virtuele machine naar een andere host verplaatsen of de opslaglocatie van de virtuele machine wijzigen. U kunt een livemigratie uitvoeren van de werkende virtuele machine. U kunt tijdens het migreren op Annuleren klikken om de bewerking te stoppen.
- Opnieuw instellen: het administratorwachtwoord en netwerkconfiguraties van Virtual DSM resetten.
- Verwijderen: Alle virtuele schijven worden ook verwijderd.
- Een snapshot maken: maak een herstelpunt (inclusief de virtuele machine-instellingen en alle virtuele schijven) van de virtuele machine en het herstelpunt zal vervolgens in de snapshotlijst staan.
- Snapshotlijst: open de snapshotlijst van een virtuele machine. U kunt een virtuele machine herstellen met een snapshot of een nieuwe virtuele machine met een snapshot klonen. Raadpleeg Bescherming voor meer informatie.
- Gedeelde koppeling maken: een gedeelde koppeling van de virtuele machine maken. U kunt de geldigheidsperiode en een wachtwoord instellen, en de koppeling naar een toegewezen e-mailadres verzenden. (niet ondersteund door Virtual DSM.)
- Share Link Manager: In dit tabblad kunt u alle gedeelde koppelingen bekijken, bewerken of verwijderen. (niet ondersteund door Virtual DSM.)
Opmerking:
- u kunt een MAC-adres handmatig instellen voor de virtuele machine, niet het adres van Virtual DSM.
- het MAC-adres voor de virtuele NIC wordt automatisch gegenereerd en wordt niet gedupliceerd in dezelfde cluster. Zijn er meerdere clusters in hetzelfde lokale netwerk dan kunnen uw virtuele machine gedupliceerde MAC-adressen krijgen. Genereer opnieuw een adres om dit conflict op te lossen.
- Wanneer een host een koppelingsnetwerk in balance-slb-modus bevat, sluit dan het netwerk niet rechtstreeks aan op andere hosts in de cluster, anders kunnen er netwerkverbindingsfouten optreden op virtuele machines die op aangesloten hosts draaien.
- Als u merkt dat de vrijgekomen ruimte minder is dan verwacht wanneer u snapshots verwijdert, kan het zijn dat het proces van ruimte opeisen bezig is of omdat de ruimte nog steeds wordt ingenomen door andere snapshots, prullenbakken of gekloonde bestanden.